8 januari 2015

Soms knettert het even in de auto

De Bastion-equipe van Maik Willems en Rob van Pelt was een van de laatste die nog net bij daglicht uit de duinen bij Cópiapo wist te komen. In hun kielzog kwam nog maar een handjevol auto’s uit de proef van de vierde etappe van de Dakar 2015. Een stuk of twintig auto’s brachten de nacht in de duinen door.

Maik Willems was blij dat hij daar niet bij hoorde. Bij het vallen van de nacht volbracht hij de laatste afdaling naar de finish. “Bij licht was het al spannend genoeg in de duinen,” vond hij. “Het waren flinke knapen: hoog en steil. Maar we zijn er goed doorheen gekomen. Rob heeft me er perfect door geloodst.”

De relatie tussen coureur en navigator is van het grootste belang in etappes als deze. Willems en Van Pelt zitten nu al een paar jaar samen in de auto en zijn goed op elkaar ingespeeld. “We kunnen met elkaar lezen en schrijven,” zegt Willems. “Soms knettert het ook wel, hoor. We kunnen goed giftig op elkaar worden en dat wordt dan ook uitgesproken. Daarna is het ook over.”

Willems kreeg in de proef stevig de wind van voren van Van Pelt. “Terecht, want ik deed iets stoms. Het communicatiesysteem deed raar, dus we zijn even gestopt om alles opnieuw aan te sluiten. Toen we daarmee klaar waren, ging ik als een dolle achter een andere auto aan. In het feshfesh. Dan zie je niks en we hadden bijna in een afgrondje gelegen. Zo stom. Dan vloekt Rob me helemaal stijf.”

Dankzij Van Pelt had Willems op de verbindingsroute over de Andes, van Argentinië naar Chili, geen last gehad van de hoogte van 5000 meter. “Ik heb niet eens in de gaten gehad  dat we zo hoog zaten,” zegt Willems. “Rob had me een handvol staalpillen gegeven en die heb ik braaf geslikt. Blijkbaar heeft het toch geholpen.” Willems had onderweg genoten van het landschap in het hooggebergte. “Ik heb ademloos om me heen gekeken. Prachtig!”

Rond een uur of vijf Nederlandse tijd beginnen de heren aan de proef van de vijfde etappe, richting Antofagasta. De special van 450 kilometer lijkt een hoop feshfesh te herbergen. “Mooi,” lacht Willems. “Kan Rob weer fijn schelden. Hij is dol op feshfesh.”