19 januari 2024

Maik Willems gaat van de Dakar naar een tentje in de tuin

De relatief korte laatste etappe bracht Maik Willems vrijdag niet van zijn à propos in de 46ste Dakar Rally. In het mulle zand van Saoedi-Arabië stuurde de coureur van het Bation Hotels Dakar Team zijn Toyota Hilux naar de 45ste plaats in de daguitslag bij de auto’s. Dat was goed voor de 29ste plaats in het eindklassement. En daar was de hotelondernemer maar wat blij mee.

“Negenentwintigste!”, riep hij naar zijn navigator Robert van Pelt in het bivak toen hij de uitslag hoorde. “Toch leuk dat we bij de eerste dertig zijn geëindigd. Ik denk dat het mijn derde beste resultaat is. Ik ben ook een keer 24ste en 26ste geworden. Tussen die kanonnen van auto’s ben ik best een beetje trots op dit resultaat.”

Na vijftien dagen zwoegen in het woestijnzand van Saoedi-Arabië was het nu toch echt uit met de pret. “Perfecto”, zei Willems. “Vandaag was het een rondje rond de kerk. Het was niet heel bijzonder. Prima. Al zag ik toch weer een deelnemer op zijn dak. Sommige mensen nemen die laatste dag toch heel serieus.”

Verscheidenheid
Terugblikkend kon hij niet anders zeggen dan dat het ‘een geweldige Dakar’ was. “Het was ook een heel mooie Dakar. Met name vanwege de verscheidenheid. Alles hebben we gezien hier: gigantische duinenpartijen, canyons, bergen, bergpassen, stukken trial over de rosten, het Empty Quarter.”

“Ik vond de route super. Het was wel hartstikke zwaar. Eén van de zwaardere Dakars die ik heb meegemaakt. Het was ook verrekte lang elke dag. Heel vaak etappes van 400 kilometer-plus en soms tegen de 500 kilometer aan. Lange dagen dus en dan moet je goed geconcentreerd blijven.”

Neusje van de zalm
En zeker ook vanwege de concurrentie, die een stukje intenser was dan hij had verwacht. “Ik dacht dat ik het neusje van de zalm had met deze auto. Maar er reden er nog zeventig rond die het neusje van de zalm hebben. Het wagenpark is zo gigantisch geëvolueerd. We hebben superspul en dat betekent dat er ontzettend hard gereden wordt. Dat schiet dus niet op, want je eindigt op dezelfde plek als altijd.”

Wat hem was opgevallen aan de route was dat het een Dakar was van ‘heel veel stof’. “Nou, dan is het zicht dus slecht. Dat maakt het ook weer heel leuk. Ik vond het ook echt een heel leuke Dakar.” Of het de mooiste was van de tien die hij er intussen heeft gereden? “Dat moet je niet vragen aan iemand die net over de finish is gekomen. Dan is elk jaar de mooiste. Elk jaar is het weer anders.”

Gezellig barbecueën
Morgenmiddag vliegen Willems en zijn team terug naar huis. “Maar eerst gaan we vanavond gezellig barbecueën in het bivak. Daarna gaan we de zaak rustig inpakken en vannacht slapen we in een hotel. Morgenochtend gaat de auto op de boot en maandag ga ik weer aan het werk. De Dakar moet ook betaald worden.”

En volgend jaar is hij er weer bij, beloofde Willems. “Honderd procent zeker. Ik zou het jaar niet willen beginnen zonder een Dakar. Je krijgt hier een super-reset voor de rest van het jaar. Tijdens de Dakar is niks belangrijker dan finishen. Je wereld is dan zo klein dat je bijna iedereen kent.”

Dat wordt de komende dagen dus afkicken. “Ik heb al tegen mijn vrouw gezegd: ‘zet het tentje maar klaar in de tuin’. Dan is de overgang niet zo groot.”