9 januari 2024

Maik Willems rijdt honderden kilometers zonder remmen maar finisht vierde etappe Dakar wel

De gemiddelde automobilist zou een rolberoerte krijgen bij de constatering dat zijn auto niet meer kan remmen, maar Dakar-coureur Maik Willems reed daarna nog vrolijk honderden kilometers door. Om ‘gewoon’ te finishen. De ondernemer van het Bastion Hotels Dakar Team kwam dinsdag als 57ste binnen in Al-Hofuf na afloop van de vierde etappe.

“Het was een bijzondere etappe”, zei hij ietwat eufemistisch. “Na vijftig kilometer waren wij ineens remloos. Een remleiding was naar de knoppen. Daarna hebben we dus gereden zonder remmen. Dat is even wennen. We hebben heel voorzichtig gereden. Of we nu 150ste of 180ste worden is dan niet zo belangrijk. Het belangrijkste was aankomen.”

Hij vertelde het ontspannen vanuit het bivak, alsof er weinig gebeurd was. “In het begin viel het wel mee”, doelde hij op het rijden op relatief laag tempo. “Maar op een gegeven moment kwam ons elke minuut een auto voorbij en zaten we midden in het stof. Dat het windstil was, hielp niet mee. Maar we hebben rustig ‘doorgetoerd’ naar het einde, met heel veel concentratie en heel goed kijken.”

Geen nieuwe remleidingen
Want ja, rijden zonder remmen is ‘toch bijzonder’, constateerde hij monter. “We zijn gefinisht. Maar, op z’n Hollands gezegd, het was een klotedag. Dat heb je soms. We hadden geen alternatief. We hadden nu eenmaal geen nieuwe remleidingen bij ons.”

Hij had wat geluk met het terrein waar hij en zijn navigator Robert van Pelt doorheen moesten, oordeelde Willems. “Het was een etappe waar het rijden zonder remmen redelijk te doen was. Er waren geen grote afdalingen of idiote toestanden. Al waren een paar dingen onderweg ‘net wel, net niet’. Ik zette de auto dan in de eerste of tweede versnelling zodat ik nog wat kon remmen op de motor. Maar dat houdt ook een keer op.”

Wel bijzonder
Uiteindelijk haalde hij dus mooi wél de finish. “We zijn op een aardige manier gefinisht.” Maar niet zonder eerst nog een aantal semi-hachelijke momenten te overleven in de stad Al-Hofuf. “Na de special moesten we zonder remmen door die stad heen. Dat was ook wel bijzonder, moet ik zeggen. Dan moet je heel goed anticiperen als het stoplicht op rood gaat. Dat deed ik door op de motor te remmen en als je dan niet te hard rijdt, kun je toch nog stoppen. Voorzichtig rijden, dan komt het goed.”

En dus kon hij ‘gewoon’ vooruitblikken op de vijfde etappe van woensdag. Die gaat over 645 kilometer van Al-Hofuf naar Shubaytah met een relatief korte special van 119 kilometer. Willems: “We gaan er een mooie dag van maken. Godzijdank is het een etappe met veel zand. Dan heb je weinig last van stof.” Dat is maar goed ook, want hij start woensdag wat verder naar achteren. “We kunnen dan proberen een behoorlijk aantal plaatsen goed te maken. Ik wil enkele tientallen auto’s eruit rijden.”