6 januari 2017

Willems met veel plezier door bijzonder zand

Een heerlijke etappe, met lekker veel zand, en dan nog 23ste worden ook. Maik Willems kon zijn geluk bijna niet op na afloop van de vierde etappe van de Dakar 2017. De proef van 416 kilometer was een stevige, met enorme duinen op een hoogte van 4000 meter, en tricky rivierbeddingen op het einde, maar Willems stuurde de Toyota van het Bastion Hotels Dakar Team er soepel doorheen.

“Het was zo leuk vandaag”, jubelde Willems na aankomst in het bivak in Tupiza. “Een dag met heel veel zand en daar houden we van. Heel bijzonder zand bovendien. Het heeft hier onlangs geregend en daardoor leek het wel of het zand zoog. Het was hard werken en je moest goed op snelheid blijven om er doorheen te komen.”
Twee keer viel de motor van de Toyota uit, door een elektrisch probleem. “Dat moet je de schakelaar omzetten en dan gaat het wel weer, maar het gebeurde natuurlijk precies op lullige momenten waarop je beter niet stil kunt vallen. Aan de andere kant: als het dat maar is…” Vanuit zijn ooghoeken had Willems wel gezien dat er her en der in de duinen mensen stonden te graven om hun auto los te krijgen uit het zuigende zand. Dat was bij hem niet aan de orde geweest.

Eigenlijk was de etappe Willems reuze meegevallen. Dat gold ook voor navigator Rob van Pelt, die er vooraf nogal tegenop had gezien. De navigatie is aanzienlijk versoberd. Er moet veel meer puur op roadbook en kompas worden gereden en er verschijnt geen pijltje meer in de gps als een auto in een straal van 500 meter bij een waypoint komt. Daardoor is het lastiger geworden om waypoints te halen, maar elk gemist punt levert straftijd op. “Je moet heel precies navigeren, want anders wordt het een grote gok. We zijn één keer verkeerd gereden, op een punt waar bijna het hele veld verkeerd reed. Dat heeft wat tijd gekost, maar op zo’n duinenetappe maakt tien of twintig minuten ook niks uit. Rob heeft het prima gedaan”, vond Willems.

De 23ste plaats in de etappe bracht Willems ondertussen naar de 29ste plaats in het klassement. Zo hoog stond hij nog niet eerder. Maar hij realiseert zich ook terdege dat er nog niets te vieren valt. “Dat hoeft ook niet. Gelukkig komen er nog een heleboel dagen aan. Lange en zware dagen, precies waar wij van houden. Het is een beetje zoals met de Tour de France: je gedeisd houden tot de bergen komen en dan lekker mee blijven fietsen. Blijven rollen is het devies, en als je een beetje verder vooraan mee kunt rollen, zoals wij nu doen, is het alleen maar leuker.”